Project Description
Mbo’s steeds veiliger
Monitor Sociale Veiligheid brengt veiligheid mbo’s in beeld
Auteur(s): | Jan Neuvel |
Publicatiedatum: | april 2008 |
Sociale veiligheid is een groot goed. Oók voor onderwijsinstellingen. Deelnemers en medewerkers moeten zich veilig en geborgen voelen op scholen. Uit de tweejaarlijkse Monitor Sociale Veiligheid blijkt dat het middelbaar beroepsonderwijs goed scoort qua veiligheid.
De Monitor Sociale Veiligheid in de mbo-sector wordt sinds 2002 iedere twee jaar uitgevoerd in opdracht van het Platform Veiligheid van de MBO Raad. De meeste mbo-instellingen zijn lid van dit platform. Ecbo-onderzoeker Jan Neuvel is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van de monitor.
Vergelijkingsmateriaal
De monitor functioneert als vergelijkingsmateriaal tussen de mbo-instellingen onderling en de instelling kan aan de hand van de vorige uitslagen ook de eigen vorderingen op het gebied van veiligheidsbeleid in de gaten houden. Sociaal veiligheidsbeleid is volgens het Platform Veiligheid gestoeld op vier pijlers: het sociale klimaat, het onderwijs, de registratie en afhandeling van incidenten en (fysieke) maatregelen.
Voortdurende aandacht
De Monitor Sociale Veiligheid bestaat uit drie delen: deelnemers, personeel en beleidsmakers. Van iedere groep wordt aan de hand van een aantal indicatoren de objectieve (ongewenst gedrag) en subjectieve veiligheid (veiligheidsgevoel) vastgesteld. Na de nulmeting (het eerste onderzoek in 2002) blijkt het steeds beter te gaan met de veiligheid in de mbo-sector. Veel ruimte voor verbetering is er niet meer, maar sociale veiligheid verdient voortdurende aandacht van iedereen in het onderwijs.
Spijbelgedrag
De meest recente Monitor Sociale Veiligheid (2008) is hieronder te downloaden. Deze en de oudere monitoren zijn ook te vinden op de site van de MBO Raad. Ieder rapport vergelijkt de uitkomsten uit dat jaar met de vorige monitor. Naast de standaard indicatoren besteden de monitoren telkens extra aandacht aan een speciaal onderwerp. In de monitor van 2008 stond bijvoorbeeld het spijbelgedrag van de deelnemers centraal.
Gerelateerde publicaties

De achtergrond van verschillen tussen studenten op mbo-niveau 3 en 4
Vier casestudies in de opleiding Maatschappelijke Zorg
Het uitgangspunt van dit onderzoek was een vraag uit de praktijk. Wat zijn de specifieke kenmerken voor niveau 3 mbo-studenten met betrekking tot curriculum ontwerp? Kunnen we rekening houden met specifieke kenmerken die niveau 3 studenten hebben ten opzichte van de andere niveaus bij het ontwerpen, indelen en organiseren van het curriculum? Deze vraag is gesteld door een mbo-professional aan het online loket: de Kennisrotonde. Bestaande literatuur bleek ontoereikend. In dit onderzoek werden daarom casestudies uitgevoerd om achtergrondinformatie te verzamelen over de specifieke kenmerken van niveau 3 mbo-studenten.
Evaluatie pilots educatieve minor beroepsonderwijs
Stuurgroep-, ontwikkelaars- en deelnemersperspectief
Eind 2011 is er bij twee mbo-instellingen een start gemaakt met de projecten ‘Meesterschap in Techniek’ respectievelijk ‘Technische Teams van de Toekomst’, met subsidie vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In beide projecten vindt, naast activiteiten gericht op het stimuleren van het technisch beroepsonderwijs, de ontwikkeling van een educatieve minor beroepsonderwijs plaats. De looptijd van beide projecten is van 2011-2014.